| Naam |
Claes Aerjansz SWERVER |
| Geboorte |
ca. 1597 [1] |
| Geslacht |
Mannelijk |
| Ook bekend als |
Claes Aerjansz KEIJNS |
| Vermelding |
6 okt 1625 |
Schagen [2] |
- Jan Pietersz als houder van Jan Ariaensz Schots boelbrief verzoekt Jan Ariaensz Snijer en Gerrit Ariaen Jan Sijmonsz, als hen borge en verbonden hebbende voor Claes Ariaensz, om betaling naar inhoudende dezelve boelbrief.
|
| Vermelding |
22 jan 1626 |
Schagen [3] |
- Louris Nanningsz, schoolmeester op de Keijns en Claes Ariaansz Swerver, mede buurman aldaar tekenen als getuigen in een notariële akte.
|
| Vermelding |
5 mrt 1628 |
Schagen [4] |
- Claes Aerjaensz en Jan Aerjaensz van de Keijns worden als lidmaat van de Gereformeerde kerk te Schagen aangenomen.
|
| Vermelding |
1632 |
Schagen [5] |
- Komt voor in het Verpondingskohier van Schagen 1632, hij bezit een huis met 1½ snees erf gelegen op de Keijns onder nummer 408, naast Pieter Aerjansz Snijer (nummer 407) en Gerrit Aerjan Jan Sijmonsz (nummer 409) en wordt daarvoor aangeslagen voor 16 stuivers. De vorige eigenaar was Barber Pieters.
|
| Vermelding |
25 nov 1634 |
Schagen [6] |
- Samuel Jansz als ontvanger boecke van Willem Olfertsz verzoekt Gerrit Aerjan Jan Sijmonsz Keijns om betaling van 2:15:8 ende noch als erfenis van sijn vader om betaling van sijn corting in 1-16:0 uijt stuecken gehaelt hout.
Ad idem verzoekt Claes Aerjaensz Keijns om betaling van ƒ 4:14:0 reste van meerdere somme als vooren.
|
| Vermelding |
24 nov 1636 |
Schagen [7] |
- Jan Aerjaensz van Barsingerhorn als actionem cessam hebbende van Claes Aerjaensz, contra Baersten Pietersz om betalinge van XLVii gulden volgens obligatie daarvan gepasseert uijt coop van een verringh.
|
| Vermelding |
12 feb 1659 |
Barsingerhorn [8] |
- Compareerde voor notaris Adriaen van der Woude te Barsingerhorn de eerzame Claes Ariaensz wonende tot Schagen, welke bekende schuldig te wezen aan en ten behoeve van Jan Ariaensz Snijer wonende tot Barsingerhorn, een somma van 58 Carolus guldens en 14 stuivers, iedere gulden tot 40 groten 't stuk, welke penningen hij comparant bekende ontstaan te zijn uit boekschulden (=handelsschuld). Verder dat hij naar volkomen tevredenheid tot zijn voordeel met gewillige toestand de voornoemde penningen van zijn broeder Jan Ariaensz onder hem en zijn huisvrouw genaamd Maertje Pieters zal mogen behouden gedurende zijn of haar leven lang, mits dat deze gemelde penningen na het overlijden van de langstlevende van hen beiden uit zijn of haar nagelaten goederen aan Jan Ariaensz of zijn gerechte erfgenamen zal moeten worden betaald door zijn comparants kinderen of descendenten, gelijk met zodanige somma van penningen als boven, zonder enige rente of andere ongelden daar op verlopen. Tot waarnisse en voldoeninge van de gemelde penningen heeft hij comparant hiervoor verbonden zijn personele na te laten goederen, roerend en onroerend. Actum binnen Barsingerhorn ten huize van notaris ter presentie van Pieter Juriaensz en Jan Jacobsz Schipper als getuigen.
|
| Vermelding |
18 mrt 1668 |
Schagen [1] |
| Attestatie |
- Claes Aerjansz Swerver oud omtrent LXX jaren wonende tot Schagen, attesteert ter requisitie van Pieter Cornelisz Bregman, schoonzoon van zaliger Jacob Cornelisz Kabbeljou, hoe waar is dat hij, getuige, vele jaren is geweest in de predicatie der gereformeerden aan de Schagerbrug in de Oude Zijpe, dat aldaar een kind ter doop werd gepresenteerd waarvan de moeder was Jannetien Jans, huisvrouw van voornoemde Jacob Kabbeljou en dat als vader opstond om verantwoordingen te doen volgens kerkelijk gebruik, zeker heerschap genaamd Pieter Cornelisz en dat de naam van het kind was Neeltje, zijnde tegenwoordig de huisvrouw van Cornelis Jansz Backer, wonende mede binnen Schagen in de Molenstraat. Dit alles naar waarheid ter oorkonde van Aarjan Kos en Cornelis Dirksz Tabackverkooper, poorters binnen Schagen als getuigen.
|
| Vermelding |
5 dec 1684 |
Schagen [9] |
- Claes Adriaans Swerver wordt door Jacob Cornelisz Wittekindt en Pieter Jansz Slijker, ontvangers van Binnenlandse onkosten, verzocht tot betaling van 5 stuivers en 4 penningen welke hij aan dijk- en molengeld verschuldigd is over het jaar 1683.
|
| Vermelding |
1674-1685 |
Schagen [10] |
- Komt in de periode 1674-1685 voor in de kohieren van de ordinairs en extra-ordinairs verpondingen. Hij behoort tot de armen en onvermogenden en moet per jaar 16 stuivers grondbelasting betalen. Het huis op de Keijns wordt in 1688 afgebroken.
|
| Overlijden |
ca. 1685 |
| Persoon-ID |
I184 |
Genealogie Bakker |
| Laatst gewijzigd op |
2 mrt 2024 |